Tussen 2004 en 2006 woonde ik samen met Ingrid in Dakar, waar zij een baan had bij de VN. En ik? Ik was als journalist en werkte aan een promotie-onderzoek.

30 januari 2006

Schoonmaken in de hel

Zij was een van de Senegalezen die naar het buitenland ging om te ontsnappen aan de armoede in eigen land. Maar zij belandde in de hel. Zo begint vrij vertaald het verhaal over Michèle Mendy in de krant Le Pop.
Veel Senegalezen vertrekken naar de Arabische koninkrijken in de Golf voor een baan bij iemand in huis, maar Mendy koos zeven jaar geleden om onduidelijke redenen voor Sudan. Zij vond een baan als schoonmaakster van een flat van drie verdiepingen, maar kreeg vrijwel geen salaris. Zo was zij veroordeeld tot een armzalig verblijf in Sudan tot in de lengte van dagen, want geld om terug te gaan naar Senegal was er niet. Niemand in Senegal kon haar meer bereiken, haar ouders beschouwden haar intussen als vermist, om niet te zeggen overleden.
Maar daar kwam de redder in nood. Mendy had de kans gekregen haar verhaal te kunnen vertellen tegen enkele Senegalese studenten in Kartoem. Zij op hun beurt vertelden de hele geschiedenis aan de medewerkers van de Senegalese president Wade, die vorige week een bezoek aan Kartoem bracht voor de top van de Afrikaanse Unie. Wade, volgens de krant erg aangegrepen door het verhaal, aarzelde geen ogenblik. Hij zorgde ervoor dat zij haar achterstallig loon alsnog kreeg (3750 euro) en nam haar hoogstpersoonlijk mee in het presidentiële vliegtuig terug naar Dakar. Volgens de laatste berichten komt Mendy op dit moment bij in het huis van haar ouders in Guédiawaye, voordat zij terugkeert naar haar geboortegrond in de Casamanche. Tijdens de vliegreis naar Dakar kon zij alleen maar zeggen ,,Allahamdoulilah’’.