Tussen 2004 en 2006 woonde ik samen met Ingrid in Dakar, waar zij een baan had bij de VN. En ik? Ik was als journalist en werkte aan een promotie-onderzoek.

23 mei 2005

Na een rustig weekendje

is het soms weer lastig om op gang te komen. Ingrid en ik hadden zaterdagochtend de blues en die hebben we verdreven door met een paar toubabs naar een door ons nog onbekend strandje in Dakar te gaan. Wat heet strandje, van daar naar St-Louis is het een langgestrekte zandvlakte langs het water. In het plaatsje Yoff, inmiddels meer een buitenwijk van het uitdijende Dakar op tien minuten van ons huis, hebben we manshoge golven en sterke stromingen getrotseerd. Daarna op het meest westelijke puntje van Afrika een soort pannekoek met banaan en nutella verorberd, weggespoeld met bier.
Vervolgens wachtte een heerlijk avondje vol vis, bladen vol zeeschatten kwamen langs, al zul je mij nog steeds geen rauwe vis (oesters) zien eten. Vroeg thuis en dito op bed geploft. De volgende dag zo lamlendig, dat we unaniem het softballen maar hebben laten schieten.
Vandaag (maandag) wilde ik veel doen, maar uiteindelijk heb ik vooral in de boeken gesnuffeld. De uit Nederland meegebrachte boeken zijn nu ongeveer op. Ik moet me storten op een reeks artikelen die ik ook heb meegesleept en die ik voor ik in augustus terugkom voor het volgende deel van het onderzoek wil hebben uitgelezen. Laatste nieuws: we hebben tickets geboekt. Ik kom in augustus (de 5e) naar Nederland en Ingrid iets (week of vier) later, maar de journalistici kunnen gerust zijn, we kunnen allebei Schier meemaken.
O ja, het wordt hier warm. We hebben nu toch echt ventilatoren moeten aanschaffen. Hier is het overdag boven de 30 graden en nog uit te houden, maar in het binnenland van Senegal stijgt het kwik inmiddels tot tegen de 40 graden. Gelukkig wonen wij aan het water...