jazz, rally en een kras op de auto
Vijf jaar in Den Haag en nog nooit ben ik naar het North Sea Jazz festival geweest. Geen tijd, op vakantie of uitverkocht. En hier moest en zou ik naar het jazzfestival van St-Louis in het noorden van het land. Met een Amerikaan, een Canadese en een Nederlandse (nee, niet Ingrid, die ging met een vriendin uit Nederland juist naar het zuiden) maakten wij donderdag ons kamp op in de welbekende Zebrabar, dat op 15 km van de stad ligt aan de rivier de Senegal. Ik leerde daar trouwens dat je niet een pirogue hoeft te huren om aan de overkant te komen, maar dat je gewoon de kano´s van de Zebrabar kunt lenen...
Anyway, na een heerlijke tajine, Marokkaans gerecht, bracht een taxi ons naar het festival in de stad. Natuulijk waren we te vroeg, maar tussen al die aanwezige toubabs - niet alleen uit Dakar, maar ook ingevlogen uit Europa - zagen we uiteraard een paar bekenden met wie we de tijd konden doorbrengen.
De jazz begon om half tien op een podium in wat wij in Nederland een omgebouwde boerenschuur zouden noemen. In de zaal stonden rijen plastic stoelen opgesteld en daarbuiten was er plek om te praten rond het enige barretje. Was dit het nou, een enkel podium? Geen muziek waar je uit kon kiezen? Waar waren de massa´s mensen?
Eigenlijk was het wel intiem, al is dat niet het goede woord. De muziek was prima, misschien wat veel van dezelfde oudemannen jazz. Maar er was zo´n uitstekende pianist bij dat ik na afloop direct zijn cd heb gekocht, voor Senegalese begrippen tegen een te veel te hoge prijs. Het slot was van een groep die zigeunermuziek speelde en de hele zaal platkreeg. Wij wilden meer en togen naar een club in de stad, maar eigenlijk waren we veel te moe. Al snel zochten we een taxi op die ons feilloos in het pikkedonker bij de Zebrabar wist af te zetten.
De volgende ochtend hadden we meer tijd gereserveerd voor St-Louis, tijdens de Franse tijd de hoofdstad van de regio. Het centrum ligt op een eiland midden in de rivier Senegal en heeft een heel Frans uiterlijk. De Unesco heeft het uitgeroepen tot een beschermd gebied, maar of dat nou veel helpt... Veel huizen lijken te vervallen en alleen de vele hotels zijn in prima staat.
Na een late lunch in een duur restaurant op het dak van een nog duurder hotel zochten we het vrije concert op, zoals Den Haag ook kent, maar dan aan de vooravond van North Sea. We vonden het podium buiten het eiland op een zandveld in een arme buurt van St-Louis, waar vooral veel kinderen aan het ravotten waren. Met jazz had de muziek niets te maken, maar leuk was het wel. Ver voor het einde haastten we ons weer naar het eiland, waar het festival om acht uur zou beginnen. We leren het ook nooit, we waren precies op tijd en dus weer te vroeg. Daarom maar de tijd gedood met een diner op de kade van de rivier. Heerlijke avond en door alle discussies aan tafel kwamen we pas weer binnen toen de tweede band al bezig was met de toegift. Daarna speelde een lokaal kinderkoor niet onverdienstelijk, maar jazz was het niet. Toen daarna de laatste groep van die avond begon, hadden we het na twee nummers wel gehoord. Meer van hetzelfde, wegwezen hier. Al met al heb ik die dag dus maar drie jazznummers gehoord.
De volgende dag reden we terug naar Dakar. Daar onze Amerikaan na twee lange dagen begrijpelijk niet de hele reis achter het stuur wilde zitten, nam ik het over voor wat normaal het laatste uur is. Het werden er ruim vier. De enige toegangsweg die Dakar kent - de stad ligt op een schiereiland - zat potdicht. Het belangrijkste knooppunt bleek afgezet voor een rally nota bene! Vier rijen auto´s moesten daarom worden samengeperst tot een rij die over het zand ernaast de stad in kon komen. Nog voor we de rally gepasseerd hadden, had ik al een kras op de voorbumper. De chauffeur van de auto voor mij vergat zijn handrem aan te trekken op een hellinkje en kwam zo naar achter rijden. Met een blik van niks gebeurd bleef hij in zijn auto zitten. Niet normaal. Maar gelukkig zaten wij in een oude auto, het was niet de eerste kras. Lullig is het wel, mijn eerste kras hier en dan nog niet eens in mijn eigen auto.
De Canadese kwam intussen veel te laat op een bruiloft en werd met de minuut stiller. Normaal zouden we om 1 uur in de stad zijn, nu was ik half 5 thuis. Samen met een Senegalees naast mij in de file heb ik mij boosgemaakt over de rally. We waren het erover eens dat Senegal groot genoeg is om elders een rally te organiseren, al bestaat er natuurlijk niet overal zo´n mooie geasfalteerd parcours als in het centrum van de stad. Ik schrijf dit een dag later en nog steeds is overal het gebrom van de raceauto´s te horen. Ook hier, op kilometers van het parcours, hoor je de auto´s accelereren. Misschien leuk voor een paar liefhebbers, maar de hele stad ligt nog een dag plat.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home